Werkwijze
De paarden worden normaal gesproken bij hun eigen stal behandeld. Dit geeft de meeste rust voor het dier en ook voor de eigenaar. Een goede beslagplaats is belangrijk. Een gelijke vloer, genoeg licht en ruimte zijn nodig voor een goed resultaat. Het paard en de smid moeten hier veilig kunnen staan.
De hoeven van onbeslagen paarden worden gewoonlijk wat langer gelaten om gevoeligheid te voorkomen. Bij paarden die beslagen worden worden eerst de oude ijzers verwijderd. Dan worden de hoeven bekapt. Het is van groot belang dat dit correct gebeurt omdat de hoeven daarna zo’n 8 weken op ijzers staan en de stand van de onderbenen dus door de hoefsmid wordt bepaald.
Na het bekappen worden de nieuwe ijzers warm gemaakt en op maat gesmeed. Elk ijzer is verschillend en moet goed onder de hoef passen en ook dit vraagt vakmanschap van de smid. De ijzers worden warm gepast tenzij het paard dit echt niet accepteert. Als alle ijzers goed passen worden ze meestal met 6 hoefnagels ondergeslagen en daarna worden de uiteinden van de nagels glad afgewerkt in de hoornwand. Het paard kan weer zo’n 8 weken aan het werk.